Neus – Verfijnd, gedistingeerd. In de eerste neus domineert duidelijk een kruidige, zilte en verbrande turf. Bij het laten ademen doen fruit, bloemen en munt hun intrede, wat het aromapalet in een stroomversnelling brengt. Geleidelijk aan wordt het steeds meer melkachtig, tropisch en medicinaal.
Smaak – Stevig, robuust. De eerste sensatie doet recht aan het kruidige, zilte en empirische wat u ook in de neus herkende. Het doet denken aan een veld met gerst dat door de ziltige zeelucht wordt besprenkeld. Het meer aardse en gewortelde vervolg stort blokken turf op de tong. Het einde is weer meer bloemig en fruitig.
Afdronk– Overtuigende lengte. Onverwacht nodigt de afdronk ons eerst uit om vrolijk in trossen witte druiven te bijten. Smaken van pruimen en pulp brengen zachtere tonen. De geur, die een vluchtige turf oproept, omhult een fijn laagje zoethout op de smaakpapillen.